Faalangst: hoe krijg je het onder controle?

Faalangst: hoe krijg je het onder controle?

Faalangst is de naam voor de angst om te falen. Dankzij faalangst ben je bang om fouten te maken, waardoor je minder goed presteert. Ieder kind heeft het in meer of mindere mate. We hebben nu eenmaal geleerd dat je op fouten afgerekend kunt worden en dat je waardering krijgt als je iets foutloos doet. Maar waarom blijft die waardering dan niet hangen en grijpt de angst om te falen de overhand?

Neurologisch leert het brein juist veel van errors. Het brein gaat regelmatig in de ‘default’ modus en verwijderd dingen die niet werkten. Het maakt verbindingen tussen paden die er eerder nog niet waren. Dit gebeurt voor een groot deel als het kind slaapt of als het kind afgeleid is van zijn of haar taak. Fouten maken is dus eigenlijk essentieel als je iets wil leren.

 

In overlevingsstand door angst

Angst zet de hersenen in de ‘overlevingsstand’. Je hartslag gaat omhoog, je ademhaling wordt snel, je spant je spieren sneller aan en de spijsvertering krijgt even geen aandacht. De focus is totaal op het gevaar. De meeste vormen van angst zijn daardoor nuttige en gezonde reacties van het lichaam op onbekende of spannende situaties. De angst beschermt je dan of zorgt ervoor dat je geen ondoordachte dingen doet. Wanneer je bijvoorbeeld in gevaar bent, zoals bij een brand, zorgt angst ervoor dat je directe actie kunt ondernemen.

 

Doemscenario’s door faalangst

Met faalangst werkt dat net even wat anders. Bij faalangst dreigt er namelijk geen direct gevaar, maar reageert een kind alsof dat wel zo zou zijn. Een kind kan bijvoorbeeld doemscenario’s in het hoofd hebben, waardoor een kind geremd wordt in zijn of haar ontwikkeling. Door faalangst kan er hinder ontstaan en kan het kind niet lekker in zijn of haar vel zitten.

 

Faalangst beïnvloeden

Faalangst maakt zich meestal op mentaal, fysiek én gedragsmatig vlak bekend. Kinderen worden hierdoor bevestigd in het negatieve beeld dat ze van zichzelf hebben. Er kan een negatieve spiraal ontstaan. Gelukkig is ons zenuwstelsel te beïnvloeden. Met technieken voor ontspanning, ademen en aandacht richten, is het mogelijk om naar de ‘ruststand’ te schakelen. Door in de ruststand te komen, hoeft een kind niet meer bang te zijn om te falen. Faalangst is onder controle te krijgen.

Het fijne van in de ruststand te komen, is dat je het vrij gemakkelijk kunt leren. Ben je benieuwd welke techniek voor jouw kind helpt? Neem dan gerust contact met ons op door te bellen of te mailen.